Hoe zorgen we ervoor dat inwoners zich veilig, vlot en duurzaam kunnen verplaatsen? En wat betekent dat voor de leefbaarheid en het klimaat in stad en dorpen? Drie fracties reageren op de volgende stelling:

‘De gemeente Deventer moet meer investeren in fietspaden en openbaar vervoer om het autoverkeer te minderen.’

VVD Deventer - Rogier Zuijdam

“Het klinkt sympathiek: het volledig inzetten op duurzame en gezonde vormen van vervoer en het langzaam verdringen van de auto uit de binnenstad. We juichen bij de VVD ook alle vormen van gezond en duurzaam vervoer toe. Maar de stelling is een gevaarlijke vorm van wensdenken, die ook nog eens indruist  tegen het belang van onze stad. We hebben in Deventer namelijk een binnenstad die het ongelofelijk goed doet. Met weinig leegstand en een groeiende groep winkelende  bezoekers. Komen al die mensen met de fiets, de bus of de trein? Nee, de meeste bezoekers komen nog altijd met de auto. En het aantal auto’s blijft ook de komende jaren nog groeien in Nederland.

Daarom pleiten wij voor brede investeringen in goede bereikbaarheid. Natuurlijk in goede, veilige wandelroutes en fietspaden, maar ook zeker in goede toegangswegen en parkeervoorzieningen voor auto’s. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan een derde IJsselbrug, of een parkeerplaats onder de Buitengracht. Over het openbaar vervoer hebben we helaas weinig te zeggen als gemeente, maar kunnen we wel lobbyen bij de provincie of de landelijke overheid. Door ons goed te laten horen kunnen we belangrijke ov-voorzieningen als busvervoer of nieuwe stations -zoals in Bathmen veiligstellen. Kortom: focus op brede bereikbaarheid.”  

DENK Deventer - Ahmet Kaya

"Wij staan volledig achter de verbetering van voetpaden, fietspaden en het openbaar vervoer in Deventer. Tegelijkertijd verzetten  wij ons ook tegen het onnodig pesten van automobilisten door de gemeente. Auto’s weren uit de binnenstad is niet de oplossing. Deventenaren verdienen keuzevrijheid en voorlopig is voor veel mensen de auto het meest gebruikte vervoersmiddel.

Wat we als gemeente wél kunnen doen is het ov in onze stad zo goed maken dat mensen er graag gebruik van maken. Dat betekent concreet: meer opstapplekken, betere verbindingen en bussen die op tijd rijden. Nu hebben sommige wijken slechts één of twee haltes. Dat is te weinig. Vooral nieuwe woonwijken verdienen betere aansluiting en dorpen als Diepenveen wachten al jaren op een fatsoenlijke verbinding. Wanneer je het openbaar vervoer aantrekkelijk en toegankelijk maakt, kiezen inwoners vanzelf vaker voor de bus. Een andere stap vooruit is wat ons betreft: flinke kortingen voor jongeren onder de 18 en ouderen boven de 65 jaar. Het liefst maken we het voor hen helemaal gratis. Dit vermindert het autoverkeer én zorgt voor meer mobiliteit onder kwetsbare groepen. Kortom: investeer in de kwaliteit en bereikbaarheid van het openbaar vervoer. Dan werken we aan optimale bereikbaarheid, zonder dwang of beperkingen voor autogebruikers.”

ChristenUnie Deventer - Thijs Banninga

“Als vader van een driejarige dochter denk ik veel na over infrastructuur en buitenruimte. Ik leer haar fietsen op de stoep bij ons huis, veilig van auto’s en andere gevaren. Als ze ouder is wil ik dat ze op een veilige manier naar school kan fietsen. Dat ze kan spelen in de buurt, zonder constant op haar hoede te zijn voor verkeer. Elke ouder zal dit herkennen. Dit vraagt om een andere kijk op onze buitenruimte: het moet meer zijn dan een doorgang van A naar B. De buitenruimte  moet een plek zijn waar je graag vertoeft, mensen ontmoet en veilig beweegt.

Daarom moeten we bij investeringen niet het vervoerstype leidend maken, maar de beleving. We kunnen de buitenruimte verbeteren door verkeerssituaties rondom scholen te verbeteren, meer ruimte creëren voor fiets- en wandelpaden en meer ov-verbindingen. Maar soms óók belangrijk dat we investeren in het slim inrichten van knooppunten en hoofdwegen om het autoverkeer in de stad te verbeteren. Want ook auto’s zijn onmisbaar voor de bereikbaarheid en economie van Deventer. Het gaat om een balans tussen veilig en functioneel. Zo creëren we een buitenruimte waar kinderen kunnen opgroeien, waar ondernemers kunnen ondernemen en waar iedereen zich veilig voelt.”