Woordmerk Gemeenteraad Deventer

Onderzoek Meetbaarheid van Beleid

De beleidscyclus bestaat uit verschillende stappen. Eerst wordt het beleid voorbereid en opgesteld. Na de besluitvorming wordt het uitgevoerd. Tot slot wordt gekeken hoe goed het beleid heeft gewerkt. De Rekenkamer Deventer heeft onderzoek gedaan naar die laatste stap: het evalueren van het beleid.

Aanleiding

Om haar controlerende en kaderstellende rol goed te kunnen uitvoeren heeft de gemeenteraad de juiste informatie nodig over de beoogde en gerealiseerde doeltreffendheid van beleid. De raad kan aan de hand van deze informatie de beoogde maatschappelijke effecten/doelen vaststellen en nadien bepalen of de maatschappelijke doelen die zij gesteld heeft ook daadwerkelijk worden behaald. Vervolgens kan zij deze informatie ook inzetten om de kaders eventueel bij te stellen en anders vorm te geven. 

Taakuitvoering gemeenteraad als onderdeel van de beleidscyclus 
Aan beleid ligt de zogeheten beleidscyclus ten grondslag: het beleid wordt voorbereid en vervolgens geformuleerd. Na besluitvorming wordt het beleid uitgevoerd en tot slot wordt het beleid geëvalueerd. Afhankelijk van de uitkomst van de evaluatie, wordt deze idealiter- meegenomen in een -eventuele- volgende cyclus.

Om de raad te ondersteunen in haar kaderstellende en controlerende taak, heeft de Rekenkamer opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de manier waarop de gemeente Deventer de doeltreffendheid van haar beleid vaststelt, nadien evalueert en op welke wijze de raad in dit proces wordt meegenomen en een stem heeft. 

Aanbevelingen aan de gemeenteraad 

Uit het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gekomen met betrekking tot beleidsontwikkeling en- bijstelling:

  1. Wees bij het beoordelen van beleidsnota’s alert op onduidelijk -of zelfs verhullend- taalgebruik; begripsbeschrijvingen mogen niet multi-interpretabel zijn. Waar synoniemen voor eerder gedefinieerde begrippen worden gebruikt moet duidelijk zijn dat hier hetzelfde wordt bedoeld.
  2. Check of wat als ‘doel’ gebracht wordt, ook werkelijk een ‘doel’ is (en bijvoorbeeld niet een weg waarlangs een doel bereikt denkt te gaan worden). Werk waardienstig, bijvoorbeeld bij langdurige en/of complexe processen (ook) met tussendoelen. Zorg er daarbij voor dat deze als zodanig herkenbaar zijn.
  3. Vraag om SMART gedefinieerde doelen en, waar deze worden gepresenteerd, SMART gedefinieerde tussendoelen.
  4. Wees alert op signalen vanuit de inwoners van Deventer. Doe dit niet alleen ‘passief’ maar ook ‘actief’ (raadpleging, bijvoorbeeld via het Deventer DigiPanel).

    Uit het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gekomen met betrekking tot beleidsevaluatie:

  5. Ga bij elk beleidsinitiatief na of daarbij voorzien is in effectevaluatie, dan wel dat daar beargumenteerd van af wordt gezien.

Aanbevelingen aan het college van Burgemeester & Wethouders

Uit het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gekomen met betrekking tot beleidsontwikkeling en- bijstelling:

  1. Formuleer beleidsdoelen, tussendoelen en proxy’s SMART.
  2. Beoordeel bij elk beleidsinitiatief de wenselijkheid, vorm en frequentie van effectevaluatie.
  3. Overweeg de toepassing van ‘ex durante evaluaties’. Dit soort evaluaties is doorgaans leerzamer dan ex post evaluaties. Je kunt van het beleidsproces zo een leerproces maken, vergelijkbaar met incrementele innovatie in het bedrijfsleven.
  4. Werk bij complexe en/of langdurige beleidstrajecten met tussendoelen.
  5. Heb aandacht voor het ‘burgerperspectief’. 

    Uit het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gekomen met betrekking tot beleidsevaluatie:

  6. Bepaal voor elk beleidsveld een set van variabelen met behulp waarvan de (middel)langetermijndoelen, tussendoelen en proxy’s op hun realisatie gevolgd kunnen worden.
  7. Beoordeel wat aan evaluaties beschikbaar komt op hun functionaliteit voor de kaderstellende en controlerende rol van de raad en voorzie de raad (dus) niet (ongevraagd) van meer informatie dan zij strikt nodig heeft voor de uitvoering van haar taken.